Een onbekende wet uit de tijd van president Johnson beschermt al veertig jaar honderden ongerepte rivieren in de Verenigde Staten.
De Middle Fork-tak van de Salmon is niet zozeer een rivier als wel een lint van uitbundig spelend water. Hij kolkt bijna 170 kilometer door het grootste natuurgebied in de VS (buiten Alaska en Hawal) dat nog volledig in zijn oorspronkelijke staat verkeert: de 9500 vierkante kilometer grote Frank Church-River of No Return Wilderness. In de rivier liggen geen stuwdammen, er lopen geen wegen langs. Het water dartelt nog door zijn kloof zoals tienduizend jaar geleden, toen de gletsjers zich terugtrokken. In de lente is het een woeste rivier die bomen meesleurt, aan het eind van de zomer is de Middle Fork kristalhelder en vredig.
De rivier trekt jaarlijks duizenden wildwatervaarders. Zestig jaar geleden hing haar toekomst, net als die van honderden andere rivieren, nog aan een zij den draadje. Want in die tijd leek de Amerikaanse federale overheid vastbesloten alle grote rivieren of te dammen om stroom op te wekken, huishoudens en landbouw van water te voorzien, scheepvaart mogelijk te maken en overstromingen te voorkomen. Vooral in het droge westen kwamen stuwdammen. Er waren zelfs plannen om de Grand Canyon onder water te zetten. Aileen al in de Middle Fork werden vijf locaties onderzocht. De rivier zou zijn veranderd in een keten van kunstmatige meren, ware het niet dat twee broers daarvoor een stokje staken.
Bioloog John Craighead is nu 95. Samen met zijn inmiddels overleden tweelingbroer Frank maakte hij furore met baanbrekend onderzoek naar grizzlyberen. Daarnaast schreef hij artikelen en maakte hij documentaires voor National Geographic. Mede dankzij hen werd voorkomen dat deze beren, die in de VS (behalve in Alaska) met uitsterven werden bedreigd, zouden verdwijnen. Maar de grootste prestatie in de lange en turbulente carriere van John Craighead, zo vindt hij zelf, was de Wild and Scenic Rivers Act, de wet op ongetemde rivieren met hoge landschapswaarden.
De wet die president Lyndon Johnson in 1968 ondertekende, was grotendeels door hen opgesteld. Aanvankelijk gold de wet voor acht rivieren waarin geen dammen mochten worden aangelegd. In een smalle bufferzone eromheen mocht niet worden gebouwd. Inmiddels staan er meer dan tweehonderd rivieren op de lijst in 39 Amerikaanse staten en Puerto Rico.
Craigheads geheugen is niet meer wat het is geweest, maar als je hem vraagt naar zijn favoriete rivier, is zijn antwoord duidelijk: de Middle Fork van de Salmon, waar ik met mijn zoon Sam zou gaan kajakken. Maar eerst brachten we een bezoek aan Craighead in zijn woonplaats Missoula in Montana. Toen we afscheid namen, gaf Craighead Sam ons een stuk of tien zelfgemaakte spinnetjes voor het vangen van roodkeelforel, een inheemse soort in de Middle Fork.
DE PILOOT VAN HET KLEINE TOESTEL slaagde er pas bij de tweede poging in zijn weg te vin-den door de dichte mist die tussen de diepe dalen van de Frank Church Wilderness hing. De dichtbegroeide berghellingen houden de moderne wereld op een afstand. Rond het middaguur stonden wij met een man of twintig aan
de oever van de kolkende rivier en luisterden we naar Diana Yupe, archeologe en lid van de Shoshone-Bannockstam, die ons van alles over haar yolk vertelde. Leden van de stam leefden al duizenden jaren in deze rivierdalen toen ze door de Amerikaanse cavalerie werden verdreven. Ze vroeg ons Been schade toe te brengen aan de oude kampementen die op bijna elk vlak stuk grond naast de rivier liggen, zomin als aan de vele afbeeldingen, zoals kleine rode handafdrukken, die op de wanden van de kloof zijn te vinden. Daarna stuurde ze ons op pad met een traditionele zegening van de Shoshone.
Het was een grauwe en grijze dag en de grote, droge vlotten lagen er uitnodigend bij. Maar Sam koos voor opblaasbare kajaks. Het was zijn eerste tocht op een woeste rivier en hij kwam er al gauw achter dat het besturen van een kleine kajak niet meevalt. We hadden tegenwind, liepen vast op de rotsen en moesten heel hard peddelen om de vlotten bij te houden. We werden doodmoe, maar toen we weer aan land stapten, stond Sam bijna te springen van enthousiasme.
Die avond zagen we zo veel sterren dat we de Grote Beer niet konden vinden. Sam ging vroeg naar bed en ik ging naar de oever om te luisteren naar het symfonische gemurmel van de rivier. Ik hoorde iets plonzen en knipte mijn lamp aan. In het licht zag ik visjes door het ondiepe water schieten. Het waren jonge chinookzalmen, het nageslacht van de grote donkere schaduwen die we in dieper water hadden zien gezien. Duizenden jaren lang vormde de chinookzalm een belangrijke voedselbron voor de indianen. Ooit zwommen elk jaar duizenden van deze vissen stroomopwaarts om kuit te schieten in de Middle Fork. Maar nu zijn er in de Snake en de Columbia stuwdammen gebouwd. Daardoor is de 1500 kilometer lange tocht vanaf zee, een van de grootste migraties in de natuur, voor deze vissen een stuk lastiger geworden.
DAT EEN RIVIER onder de Wild and Scenic Rivers Act valt, wil niet zeggen dat ze ook echt ongerept blijft. Enkele van de geliefdste staan zelfs op de jaarlijkse lijst van meest bedreigde rivieren, die wordt opgesteld door de milieuorganisatie American Rivers. Een voorbeeld hiervan is de Chetco in het zuiden van Oregon, waar goudzoekers van plan zijn een hopperzuiger in te zetten, terwijl dit een van de belangrijkste plekken in Oregon is waar zalmen kuitschieten. De Allagash in Main, aan de oevers waarvan Henry David Thoreau leerde wat het begrip `wildernis’ inhield, wordt al geruime tijd bedreigd door geplande bruggen en toegangswegen. De voormalige vicepresident Walter Mondale, een van de initiatiefnemers tot de Wild and Scenic Rivers Act, zegt over de St. Croix, die vlak langs zijn zomerhuis in Minnesota loopt: “Als deze rivier ooit naar de vernieling gaat, is dat door alle kleine happen die eruit worden genomen. Een brug hier, een elektriciteitsleiding daar. De bedreigingen komen van alle kanten,” aldus Mondale, “en we moeten voortdurend waakzaam blijven. Ga maar eens kijken bij een van de onbeschermde rivieren in het noordoosten of het zuiden, dan zie je hoe vervuild die zijn.”
Een van die rivieren, de Tar, stroomt door het deel van North Carolina waar ik mijn jeugd doorbracht. Mijn vriendjes en ik maakten ons nog nergens druk over. We vingen vissen die onder de ronddrijvende lege plastic flessen scholen. In de zomer kwam het water slechts tot je knieen en waadden we door de rivier, waarbij een rioollucht opsteeg doordat er stroomopwaarts afvalwater werd verwerkt.
Het heldere en schone water van de rivier in Idaho leek vele kilometers en vele jaren van zulke bedreigingen te zijn verwijderd. De volgende dag steeg de felle zon boven de bergrug uit en veranderde de Middle Fork in een golvend lint van sprankelende smaragden. Een kudde dikhoornschapen hield ons gezelschap tijdens het ontbijt. Amerikaanse zeearenden en steenarenden keken vanaf de hoge bergpieken op ons neer, waterspreeuwen fladderden van rots naar rots. Onze gidsen vulden onze waterflessen met water uit bronnen langs de rivier. De vissers onder ons sloegen om de haverklap hongerige forellen aan de haak. Het was een tafereel uit het verleden, waarin het water in alle Amerikaanse rivieren schoon en drinkbaar was en wemelde van het leven.
We lunchten op een grindbank, en daarna zat ik in de schaduw naar Sam te kijken, die worstelde met de werphengel. Hij sloeg ermee als een zweep, maar uiteindelijk kreeg hij het onder de knie. De vislijn scheerde prachtig over het water en Craigheads kunstaas kwam in een draaikolk terecht. Pas toen hij de hengel pro beerde op te halen, merkte hij dat hij een levende bal pure energie aan de haak had geslagen: een jongen op blote voeten versus een mannetjesputter van een vis. Het eeuwenoude gevecht begon. De jongen en de vis spartelden allebei in het koele groene water. Vanaf de kant werd gejuicht. De bronskleurige torpedo belandde spartelend op de oever. Het was een forel met een mooie rode band, dezelfde waar de Amerikaanse ontdekkingsreizigers Lewis en Clark zo enthousiast over waren.
Sam straalde van trots. Hij was al diep in Craigheads wereld doorgedrongen. Ik vroeg Craighead ooit waarom ongetemde rivieren zo belangrijk voor hem waren. “Ik hou gewoon van rivieren” Dat was genoeg. Omdat hij en anderen van stromend, levend en ongerept water hielden, hebben wij nu nog iets dierbaars.